Vents NK 315-2.4-1

TOEPASSINGEN

Elektrische kanaalverwarmers zijn ontworpen voor toevoerluchtverwarming in ventilatiesystemen met ronde kanalen. De heaters worden toegepast in verwarmings-, ventilatie- en airconditioningsystemen voor diverse panden.

ONTWERP

De behuizing en de klemmenkast zijn gemaakt van gegalvaniseerd staal en de verwarmingselementen zijn van roestvrij staal. De heaters zijn voorzien van rubberen afdichtingen voor aansluiting op de luchtkanalen.

NK kanaalverwarmers zijn uitgerust met twee thermostaten ter bescherming tegen oververhitting:

• basisbescherming met automatische herstart bij +50 °С bedrijfstemperatuur. Na afkoeling sluit de thermostaat automatisch het regelcircuit van de verwarming.
• noodbeveiliging met handmatige herstart (bedrijfstemperatuur +90 °С). In geval van een reactie is de stroomtoevoer naar de verwarming alleen toegestaan na de handmatige noodreset.
• de thermostaatcontacten bevinden zich in de klemmenkast voor externe aansluiting.

Elke standaardmaat heeft verschillende elektrische capaciteitsopties. Het hogere vermogen kan worden bereikt door de heaters in serie te plaatsen. Alle driefasige verwarmers hebben een steraansluiting.

MONTAGE

Het ontwerp van de heater zorgt voor montage op de ronde kanalen in elke positie door middel van klemmen. De richting van de luchtstroom moet overeenkomen met de wijzer op het filter. De kanaalverwarmers kunnen in elke positie worden geïnstalleerd, behalve met de elektrische regeleenheid hieronder om het binnendringen van vloeistoffen en kortsluiting in de bedrading te voorkomen.

De montage moet zo worden uitgevoerd dat een uniforme luchtverdeling over de gehele dwarsdoorsnede mogelijk is.

Het luchtfilter moet bij de inlaat van de verwarming worden geïnstalleerd om de verwarmingselementen tegen vervuiling te beschermen.

De minimale afstand tussen de heater en andere systeemelementen bedraagt maar liefst twee aansluitdiameters.

De kanaalverwarmers zijn ontworpen voor een minimale luchtstroomsnelheid van 1,5 m/s en een maximale bedrijfsuitlaattemperatuur van 40 °С. Zorg bij de optie voor snelheidsregeling voor een minimale luchtstroom door de verwarmer.

De stroomtoevoer naar de verwarming moet worden uitgeschakeld als de ventilator niet draait.

Om de juiste en veilige werking van de verwarming te garanderen, kan het automatiseringssysteem worden toegepast om de complexe controle en bescherming te garanderen:

• automatische regeling van de capaciteit van de verwarmingselementen en de temperatuur van de luchtverwarming;
• controle van de filterconditie door middel van een verschildruksensor;
• stroomtoevoer wordt uitgeschakeld in geval van uitschakeling van de toevoerventilator of afname van de luchtstroomsnelheid, evenals in geval van werking van de ingebouwde oververhittingsthermostaten;
• uitschakeling van ventilatiesysteem door doorblazen van elektrische verwarmingselementen.

SPECIFICATIES